De middeleeuwen in Brabant  
Het bierbrouwproces
Mouten
Weken (±3 dagen in H2O bij 25º Celsius)
Kiemen (±7 dagen bij 15º Celsius met een hoge luchtvochtigheid)
Eesten (10 uur bij >50º Celsius)
 
Brouwen
Schroten / malen
Maischen
  20 min bij 45-55º Celsius: proteinase
30 min bij 60-65º Celsius: maltosrust: beta-amylase
20 min bij 72-75º Celsius: saccharoserust: alfa-amylase
Tot zetmeel negatief, daarna verwarmen tot 80º Celsius vanwege een zo laag mogelijk viscositeit
Klaren/filtreren
Brouwen/koken (1,5 uur bij 100º Celsius)
Koelen
Hoofdgisting (± 1week)
Lagering (± > 2 weken)
Filtreren
Bottelen
 
Doel
Productie van enzymen, zorgen voor een hoge oplosbaarheid, met zo min mogelijk droge stof verlies.
Conserveren en kleuren van de mout.
Het kaf moet heel blijven (dient als filter) maar het endosperm zo fijn mogelijk.
Oplossen van de mout, bij verschillende tijd- temperatuur combinatie vinden allerlei opzettingen plaats zodat je vergistbare suikers overhoudt.
Heldere vloeistof (wort), blijft over.
Neerslaan van de eiwitten, steriliseren van de wort, oplossing van hopbitterstoffen, indampen, kleur, verdampen van ongewenste aromastoffen, inactiveren van moutenzymen.
Gist zet de moutsuikers om in alcohol en koolzuur.
Omzettingen van off-flavours naar niet off flavours, verzadigen met koolzuur en uitvlokken van gist.
Afvullen op fust of in de fles.

 
Bier door de eeuwen heen, Gerstesaft und Hiersebier, Oldenburg 1998.